ARC – Automatic Reference Counting is een manier die door Swift (en ook door Objective-C) wordt gebruikt voor geheugenbeheer: instanties (van classes) die in de heap worden bewaard, houden zelf een
Lees verderEen initializer (ook wel initialiser) is een functie die zorgt dat alle properties van een datatype zijn geïnitialiseerd zodra een instantie (waarde of object) van dat datatype wordt gemaakt. Een
Lees verderEen lazy loading property is een property die pas wordt geïnitialiseerd als hij voor het eerst wordt gebruikt. Normaal gesproken worden properties meteen geïnitialiseerd zodra je een instantie
Lees verderOptional binding is één van de manieren om een optional uit te pakken, met behulp van een speciale constructie: if let. var
Lees verderEen liggend streepje in Swift (ook wel underscore of underbar genoemd, _) kun je het beste vertalen met ‘negeer dit’. Je gebruikt liggende streepjes om aan te geven dat je verder niets doet
Lees verderDe combinatie van de trefwoorden if en let wordt optional binding genoemd. Daarmee wordt een optional, indien deze niet nil is, ‘uitgepakt’: de bijbehorende waarde wordt in een tijdelijke variabele
Lees verderMet het gereserveerde woord let kun je in Swift een constante declareren. Hiertoe zet je het woord let vóór de naam die je aan de constante wilt geven, eventueel gevolgd door een dubbelepunt
Lees verdernil betekent ‘geen waarde’. Een optional die leeg is (en dus geen waarde bevat), is nil: var optionalA: Int?
Lees verderWat betekent self in Swift? Met het gereserveerde woord self krijg je, in de definitie van een struct, class of enum, toegang tot de instantie van het type zelf en dus tot alle properties en methodes
Lees verderMet het gereserveerde woord var declareer je in Swift een variabele. Hiertoe zet je het woord var vóór de naam die je aan de variabele wilt geven, eventueel gevolgd door een dubbelepunt en
Lees verderdeinit is de methode die wordt aangeroepen vlak voordat een class-instantie zichzelf uit het geheugen verwijdert. De .deinit– methode heeft geen haakjes, zoals je in het volgende voorbeeld kunt zien: {
Lees verderEen constante in Swift is een variabele waarvan de inhoud niet meer kan worden gewijzigd. Voor de rest gedragen constantes zich net als gewone variabelen: ze hebben een datatype en een waarde. Om een constante
Lees verderMet een datatype in Swift geef je aan om wat voor soort waarde het gaat: een getal, een teken, een stuk tekst enzovoort. In Swift hebben alle waarden, variabelen en constantes een vast datatype: als het
Lees verderEen dictionary is een ongeordende verzameling van waarden. Elke waarde in een dictionary heeft een trefwoord. Het trefwoord en de waarde kunnen beide een ander datatype hebben. In onderstaand voorbeeld
Lees verderEen optional is een ‘ingepakte’ variabele: een variabele die wel of geen waarde kan hebben. Hierop kan worden getest, waarna optionals die wél over een waarde beschikken, kunnen worden
Lees verderEen tuple is een groep variabelen die als één geheel wordt gezien. Tuples kunnen, net als gewone variabelen, aan functies worden doorgegeven of door functies worden geretourneerd. Een tuple
Lees verderEen variabele is een ‘vakje’ waarin een waarde kan worden bewaard. Deze waarde kan een getal zijn, maar bijvoorbeeld ook een een tekst of een complete verzameling waarden. Een bruikbare variabele
Lees verderMet forced unwrapping kun je een optional ‘uitpakken’. Een optional is een variabele die wel of geen waarde bevat: als de optional ‘leeg’ is, is hij nil. Forced unwrapping werkt
Lees verder